| Arbeidskorting |  1  Voor de werknemer die loon uit tegenwoordige arbeid geniet, is de arbeidskorting van toepassing. 2  De arbeidskorting wordt berekend over het loon uit tegenwoordige arbeid en bedraagt: -  
 a. 1,793% van dat loon met een maximum van € 164, vermeerderd met: -  
 b. 27,698% van dat loon voorzover dit bij een tijdvakloon op jaarbasis meer bedraagt dan € 9.147, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a en b niet meer bedraagt dan € 3.103, en verminderd, doch niet verder dan tot nihil, met: -  
 c. 4,00% van dat loon voorzover dit bij een tijdvakloon op jaarbasis meer bedraagt dan € 49.965.  3  Met loon uit tegenwoordige arbeid wordt gelijkgesteld: -  
 a. loon genoten wegens tijdelijke inactiviteit als bedoeld in  artikel 628 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek , alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen, voor een tijdvak van maximaal 104 weken; -  
 b. loon genoten als garantieloon als bedoeld in  artikel 628a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek ; -  
 c. loon genoten wegens tijdelijke arbeidsongeschiktheid als bedoeld in  artikel 629 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek , alsmede hetgeen door de werknemer met een publiekrechtelijke dienstbetrekking wordt genoten op grond van naar aard en strekking overeenkomstige regelingen en hetgeen wordt genoten ingevolge de  Ziektewet; -  
 d. uitkeringen op grond van de  Wet arbeid en zorgen aanvullingen daarop door degene tot wie de belastingplichtige in dienstbetrekking staat.  |